299
HÉT INDISCH MAANDBLAD
67e JAARGANG
• NR. 4 • OKTOBER 2022 • € 6,50- VO O R WO O R D -
Postzegels
Mijn moeder had vroeger toen ik een jaar of zes was
een houten bureau bij Moesson. Er zat een ladeblok aan weerszijden van het bureaublad met boven de lades een uitschuifbaar blad. Een extra tafelblad zeg maar.
Dat was mijn bureau.
Salam Terakhir
Laatste groet
akhir
r
e
T
Salam
2022
t
r
a
a
nm
leum
i
viert i
b
u
j
jarig
5
1
n
j
i
z
Bent u elders verzekerd? Ook dan
kunnen wij uw uitvaart verzorgen.
UITVAARTVERZORGING
24 uur per dag bereikbaar 06-15006305
2
www.salamterakhir.nl
Belangrijk onderdeel van die administratie was het
bijhouden van de binnengekomen post. De inmiddels door mijn moeder leeggehaalde enveloppen
wel te verstaan, want de echte correspondentie was
natuurlijk veel te belangrijk om in mijn plakkerige
lijmvingers te belanden. Maar die lege enveloppen
waren voor mij van grote waarde, want daar zaten
postzegels op en die verzamelde ik. In die tijd had
Moesson veel meer abonnees in het buitenland dan
nu, dus er zaten regelmatig bijzondere postzegels
bij uit Indonesië, Australië, de Verenigde Staten, de
Filippijnen, enzovoort. Ik knipte ze uit en weekte ze
los van de enveloppe, om ze vervolgens te drogen
tussen zware boeken. Zeker niet de manier waarop
een echte postzegelverzamelaar dat zou doen, maar
voor een zesjarige medewerkster van een denkbeeldig administratiekantoor een prima methode.
De collectie ging van de week door mijn handen
toen ik op zoek was naar de postzegel die nu op de
voorpagina staat. Die prachtige zegel uit Nederlands
Nieuw-Guinea zit niet tussen mijn uitgeknipte en
losgeweekte verzameling, maar in een album
met bijzondere zegels dat ik van mijn vader kreeg.
De postzegel leek mij een mooie voorplaat van
dit nummer dat in het teken staat van Nederlands
Nieuw-Guinea.
aan Indonesië in 1949 had Nederland Nieuw-Guinea
behouden en dus was het ‘t laatst overgebleven deel
Nederlands-Indië wat Nederland maar al te graag
wilde behouden. Onder druk van de internationale
gemeenschap werd de macht overgedragen.
In deze editie staan we stil bij de geschiedenis van
dit laatste stukje Nederlands-Indië.
Ricci Scheldwacht vertelt hoe het ook alweer allemaal zat, lezers halen herinneringen op, we spreken met een DETA jongen die moest helpen bij de
opbouw en kijken uiteraard in de archieven van de
voorloper van Moesson: Onze Brug, de publicatie
die een brug moest slaan tussen hier en Nederlands
Nieuw-Guinea.
De postzegel van de voorpagina zit trouwens weer
in het album, naast zegels met kleurrijke paradijsvogels, bloemen en insecten. Bijzonder hoe er achter
zo’n klein stukje papier van 1,5 bij 2 centimeter zoveel
geschiedenis schuilt.
Foto: Herbert van der Beek
I
k schoof daar aan en ‘hielp mee’ met de abonnementenadministratie. Dat betekende vooral
dat ik druk in de weer was met mijn imaginaire
administratie waarvoor ik met allerlei kleuren en
stempels veel etiketten moest maken en plakken.
In oktober 1962, nu zestig jaar geleden, droeg
Nederland het bestuur van Nieuw-Guinea over aan
Indonesië. Bij de overdracht van de soevereiniteit
3Inhoud
COLUMNS
REPORTAGE
10
14
30
38
50
54
59
Patricia Jacob:
Ricci Scheldwacht legt uit
Nieuw-Guinea
Pandan-kokoscake
IEDERE MAAND
De geest bleef staan
Over de voorloper van Moesson:
Onze Brug
26
Guerilla
Fotoreportage van Taco van der Eb over
strijders in Papoea Nieuw-Guinea
Herinneringen aan Nieuw-Guinea
Lezers stuurden hun herinneringen in
INTERVIEW
26
Frans Leidelmeijer:
Nieuw-Guinea, hoe zit het ook alweer?
LEZERS VERTELLEN
18
24
De jongens van DETA
Eug van Abkoude vertelt over zijn tijd
als één pop vijftiger
Baas Vreede
En de vliegtuigramp bij Biak
18
50
30
59
6
8
9
Nieuwtjes
Indopuzzel
Oleh Oleh
17
Mijn Poesaka - het prauwtje van
36
Planten uit de tropen:
60
Insta Indo
61
Anak Moesson: Met Freya, Elijah,
64
66
67
Beleven
Aart Hoekstra
De gerbera
een oud sprookje en mooie vogels
Ting Ting
Colofon
Expeditie naar het Sterrengebergte
Titia Brongersma over de expeditie
van haar vader
In het kielzog van de zeeschildpad
Een gesprek met Nancy Jouwe
EXPOSITIE
4
42
Liefde in tijden van dekolonisatie
46
Verlaten maar nooit vergeten
Biak Stories in Museum Sophiahof
Tabee Nieuw-Guinea
Coverfoto: Herbert van der Beek
5Nieuw -Guinea
HOE ZIT HET OOK ALWEER?
Veel mensen weten wel íets van Nieuw-Guinea, maar wie kent het hele verhaal?
En waarom hebben zo veel Indische families daar een verleden?
Een spoedcursus in zes bedrijven. Plus een Greep uit de boekenkast.
Door Ricci Scheldwacht // beeld: Wikipedia
NIEUW-GUINEA NA DE TWEEDE
WERELDOORLOG
NIEUW-GUINEA, ONHERBERGZAAM EILAND
Nieuw-Guinea gold tijdens de koloniale tijd nog
vooral als een ver en onontgonnen eiland waar
Papoea-stammen woonden. Het eiland werd in de
eerste plaats bezocht om de bijzondere flora en fauna te bestuderen. Daarbij had Nieuw-Guinea nog een
andere functie. In het onherbergzame gebied hadden
de Nederlanders het verbanningsoord Boven-Digoel
gesticht, waar Indonesische nationalisten naartoe
werden gestuurd. Daar vormden ze geen gevaar
voor het koloniale regime. Zo werden onder meer
de latere vice-president van Indonesië, Mohammed
Hatta en Soetan Sjahrir, die de eerste premier van
Indonesië zou worden, hiernaartoe gebracht.
Ook de revolutionaire leider en eerste president van
de republiek Indonesië Soekarno werd in zijn jonge
jaren door de Nederlanders verbannen, al was dat
niet naar Boven-Digoel, maar naar het eiland Flores
en later naar Benkoelen op Sumatra.
10
In de koloniale tijd werd Nieuw-Guinea verdeeld over
Nederland, Duitsland en Engeland. De Nederlanders
kregen zeggenschap over het westelijk deel van het
eiland. De Duitsers, en na hen de Engelsen, over het
oostelijk deel. Later zou Engeland het gebied weer
overdragen aan Australië.
Na de capitulatie van Japan en het einde van de
Tweede Wereldoorlog kwam het westelijk deel weer
in Nederlandse handen en het oostelijke deel in die
van Australië. In 1975 droegen de Australiërs het land
over aan de lokale bevolking. Daarmee werd het oostelijk deel, dat de naam Papoea-Nieuw-Guinea kreeg,
zelfstandig. Het westelijk deel ging verder onder de
naam Nederlands Nieuw-Guinea.
NIEUW-GUINEA, HET NIEUWE THUISLAND
VOOR INDO’S
Pas na de soevereiniteitsoverdracht in december
1949, met de erkenning van de onafhankelijkheid
van Indonesië door de Nederlandse regering, kwam
Nieuw-Guinea voor veel Indische Nederlanders in
beeld. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog vertrokken veel Nederlanders (totoks) naar Nederland,
de grote uitstroom van Indo’s kwam pas na december
1949 op gang toen het op scholen in Indonesië niet
meer werd toegestaan om de lessen in het Nederlands te volgen. Indo’s die in Indonesië wilden blijven
moesten warga negara (Indonesisch staatsburger)
worden. Wie dat niet wilde moest het land verlaten.
Veel Indische Nederlanders kozen ervoor om naar
Nederland te vertrekken en namen afscheid van hun
geboortegrond (lees: het moederland) en te verhuizen
naar het vaderland Nederland (lees: patria), het land
van de kolonisator. Zo raakte de term repatriëring in
gebruik: een terugkeer naar het vaderland. In werkelijkheid waren de meeste Indo’s nog nooit eerder in
Nederland geweest. In plaats van een repatriëring
was hun komst naar Nederland een gedwongen
keuze, of zoals we nu zouden zeggen: een vlucht.
Indo’s die niet de middelen of het geld hadden om
naar Nederland te vertrekken of die niet naar Nederland wilden emigreren, konden uitwijken naar NieuwGuinea. Dat bleef na de soevereiniteitsoverdracht
Nederlands grondgebied. De Nederlandse regering
onder leiding van Willem Drees (PvdA) moedigde hen
aan niet naar Nederland te komen. Hier zouden ze niet
kunnen aarden; het tropische klimaat zou veel beter
voor ze zijn. In werkelijkheid zat Nederland niet te
wachten op een grote groep niet-witte nieuwkomers,
terwijl het land nog aan het herstellen was van de
Tweede Wereldoorlog en middenin de wederopbouw
zat. Zo werd NieuwGuinea een toevluchtsoord voor veel Indische
gezinnen. Opvang in de
regio, zouden we dat nu
noemen.
NIEUW-GUINEA. HET LAND WORDT
ONTGONNEN
Om Nieuw-Guinea bewoonbaar te maken werd de
Dienst Economische en Technische Aangelegenheden
(DETA) opgericht. Indische jongens werden als tijdelijke arbeidskrachten geworven voor het aanleggen
van de infrastructuur, zoals wegen, waterleidingen,
licht- en telefoonnetten en bruggen. Ook moesten ze
huizen, kantoren, loodsen en aanlegsteigers in de
havens bouwen. Tussen 1 december 1949 en 3 oktober 1950 werden zo’n 700 DETA jongemannen naar
Hollandia in Nieuw-Guinea gestuurd (zie ook pag.
26-28).
Vanaf het begin van de jaren 50 vertrokken er vele
Indo’s en Molukkers naar Nederland. Zij vestigden
zich als kolonisten op Nieuw-Guinea, dat uiteindelijk
toch niet het nieuwe thuisland voor Indische Nederlanders zou worden.
NIEUW-GUINEA, DE OVERDRACHT
AAN VERENIGDE NATIES
In het midden van de jaren 50 liepen de spanningen
tussen Nederland en Indonesië op. De samenwerking
tussen de twee landen die gestalte moest krijgen in de
Nederlands-Indonesische Unie mislukte.
Op 5 december 1957 (Zwarte Sinterklaas) maakte de
Indonesische regering bekend dat alle Nederlanders
het land moesten verlaten. Ruim 70.000 mensen vertrokken naar Nederland. In 1961 dreigt er zelfs weer
een oorlog tussen de twee landen, maar zover komt
het niet. Onder druk van president Kennedy droeg
Nederland het beheer van Nieuw-Guinea over aan
de Verenigde Naties. Niet lang daarna droegen die de
zeggenschap weer over aan Indonesië en werd WestPapoea een Indonesische provincie.
NIEUW-GUINEA, NEDERLANDS NIEUWGUINEA, WEST-PAPOEA, PAPOEA-NIEUWGUINEA (PNG)
Momenteel is Nieuw-Guinea verdeeld over twee landen: het westelijk deel hoort bij Indonesië en bestaat
uit de provincies Papoea en West-Papoea. En het
oostelijk deel, dat na het terugtreden van Australië in
1975 Papoea-Nieuw-Guinea heet.
Om het nog ingewikkelder te maken wordt WestPapoea ook wel Papua Barat of Irian Jaya genoemd.
Staatrechtelijk is het gebied een provincie van Indonesië, maar veel van de oorspronkelijke bewoners van
het eiland, de Papoea’s, streven naar onafhankelijkheid voor heel West-Papoea. Hun nationale vlag, de
Morgenster, staat daarvoor symbool. Het hijsen van
de vlag is in Indonesië verboden. Wie dat toch doet
riskeert een lange gevangenisstraf.
11De geest
- R EP O R TAG E -
BLEEF STAAN
De banden aanhalen tussen Indische gezinnen overzee
en de repatrianten in Holland. Dat was het doel van de Stichting Onze Brug.
En dat deden ze onder meer door te schrijven, in Onze Brug.
Maar na een paar jaar leek de publicatie ten dode opgeschreven.
Door Vivian Boon
I
n juli 1956 werd de Stichting Onze Brug
opgericht. De Indische voorzitter van de
stichting, mevrouw A.G. Grave-Terwogt, stelde
Miep Führi-Mierop aan als hoofdredacteur van
het maandblad Onze Brug dat vanaf juli 1956
verschijnt. Zij was eerder hoofdredacteur van
het Soerabaiaasch Handelsblad. De Christelijke
organisatie ‘beoogde niets anders dan een mentale
brug te vormen tussen de Nederlandse pioniers
in Nederlands Nieuw-Guinea – en de Nederlandse
gemeenschap in patria door de uitwisseling en
belichting van problemen en levensmogelijkheden
van beide groepen.’ Zo schrijft Miep in 1956.
In Onze Brug werden verhalen en foto’s gedeeld over
het leven in Nieuw-Guinea. Het pioniersbestaan in
het laatste stuk Nederlands-Indië wordt uitvoerig beschreven: ‘Wie de barre wildernis van Nieuw-Guinea
kent, zijn oerwouden, moerassen, savannes, zijn
14
woeste bergen en stromen, zijn uitgestrekte meren,
of wie er zich een voorstelling van kan maken, moet
wel onder indruk komen van het enorme werk ‘in a
nutshell” dat in korte maanden tijds gepresteerd is
door een kleine maar selecte staf van Nederlandse
en Indisch-Nederlandse deskundigen en vaklieden
en een 150tal Marina-Papoeawerkers.’ De details van
het leven overzee komen uitgebreid aan bod, maar
ook de discussie over de toekomst van de kolonie
wordt niet geschuwd. ‘Wat biedt Indonesië aan
Nieuw-Guinea?’ leest de kop van het blad wanneer
de Verenigde Naties de kwestie Nieuw-Guinea op
de agenda van de algemene vergadering hebben
geplaatst.
Ook voor de gerepatrieerde Indische Nederlanders
was aandacht: ‘Wat wordt er geestelijk gedaan voor
de groep teruggekomen Nederlanders die door een
tien- tot twintigjarig verblijf in tropengebied zich
bekneld voelt in het knusse Holland, waar men zijn
levenshorizon omsloten zien door vier muren van
een flatkamer van 5 bij 4,5 of van een slaap- tevens
werkkabinet van 4 bij 2,5 meter. Planters die gewend
zijn organisatorische pioniersarbeid te verrichten,
die oerbos en moerassige grond tot cultuurgronden hebben omgevormd, die miljoenen in de
Nederlandse schatkist hebben gebracht – worden
“opgeborgen” in een administratief baantje dat een
geestelijke dood voor hen betekent.’
Maar Miep Führi-Mierop slaagde er niet in om het
blad tot een succes te maken. Er waren maar 400
abonnees met nauwelijks lezers in Nederland. En dus
werd Tjalie Robinson aangetrokken, bij de Indische
gemeenschap zeer bekend en geliefd om zijn
Piekerans van een straatslijper. De lijntjes waren kort,
want Miep was de tante van Lilian Ducelle, de vrouw
van Tjalie. Hij moest het blad toegankelijker gaan
maken. De nieuwe koers van het blad werd ingezet
met een zeer succesvolle culturele Indische avond,
georganiseerd door de stichting.
‘Wat biedt
Indonesië aan
Nieuw-Guinea?’
15- L E Z ER S V ER T EL L EN -
Herinneringen
aan Nieuw-Guinea
ingrijpende
KEUZE
EEN
door Louis van Dijck
J
eane van Dijck-Hagenstein, mijn moeder, moest
eind 1950 beslissen of ze met haar ouders, broers
en zus naar Nederland of naar haar verloofde Ferry
in Nieuw-Guinea zou gaan. Ze koos voor hem, hij werkte
daar als ambtenaar voor het Nederlandse gouvernement.
Daarvoor moest ze eerst op afstand trouwen ‘met de
handschoen’, volgens haar de meest eenzame gebeurte-
De hoofdstraat van Manokwari, Nationaal archief
nis van haar leven.
Veel van onze lezers hebben mooie, warme herinneringen aan hun tijd
op Nieuw-Guinea. Wij vroegen jullie deze met ons te delen.
Begin 1951 nam Jeane afscheid van haar familie in
kade. Ferry zag dat ze overstuur was en heeft haar toen
Bandung om via Tandjong Priok met de Van Riemsdijk
meteen per jeep naar zijn provisorische verblijf gebracht,
richting Nieuw-Guinea te varen. Als alleen reizende
in een quonset, een voormalige golfplatenloods van de
jonge vrouw zonder ervaring was de reis ingewikkeld.
Amerikanen uit de Tweede Wereldoorlog. Toen ze daar de
Ze had ook de zorg over huisraad en levensmiddelen die
bekende geuren rook van de maaltijd die Ferry voor haar
op Nieuw-Guinea moeilijk verkrijgbaar waren. En van de
liet bereiden, kwam ze tot zinnen.
vooral mannelijke emigranten en scheepsbemanning
kreeg ze nogal wat aandacht. Ze had het geluk dat een
Uiteindelijk hebben Jeane en Ferry op Nieuw-Guinea een
echtpaar, mijn latere peetouders, haar in bescherming
zeer bijzondere tijd meegemaakt. Ze kregen een woning
nam. Hierdoor kon ze toch genieten van dansavonden die
in Hollandia-Dock 5 en mijn broer en ik zijn er geboren.
aan boord georganiseerd werden. Zo vertelde ze dat ze
Het saamhorigheidsgevoel met lotgenoten heeft hen vele
met officieren had gedanst.
vrienden voor het leven opgeleverd. In 1962 verliet Ferry
Bij Sorong moest Jeane overstappen op de Karossa, een
Hollandia. Als voormalig KNIL-milicien met onder andere
veel ‘minder luxe’ KPM-schip (Koninklijke Pakketvaart
Birma-spoorweg en politionele actie-ervaring, ging hij
Maatschappij). Mede door haar ervaringen tijdens een
zich aan het eind van zijn leven steeds meer als veteraan
tussenstop in Manokwari wilde ze het schip niet verlaten
profileren, hij werd 95. Jeane kreeg na aankomst in Ne-
toen ze in Hollandia arriveerde. Het echtpaar dat zich over
derland helaas last van heimwee en ging ‘in de ontken-
haar had ontfermd, leidde haar met enige dwang naar de
ning’. Ze wordt binnenkort 92.
Mijn herinneringen
AAN NIEUW-GUINEA
door Pauline van Rhee
V
18
lak na de Tweede Wereldoorlog woonde ik met
een schooltje beginnen. Aangezien er maar een paar
mijn ouders en mijn broer Wim in Makassar – ik
marinierskinderen waren, had ze in elke klas maar één
was ongeveer 4,5 jaar. Mijn vader was niet lang
kind of zo. Ze wilde dat ik ook naar school ging, maar dan
daarvoor teruggekomen van de Birma-spoorlijn. Ondanks
zei ik dat ik nog een jaar of zes was en ging er vaak gauw
dit feit en ondanks het feit dat hij onderwijzer was, werd
vandoor. Met mijn vriendje die ook nog een jaar of zes
hij bij de marine ingedeeld om naar Nieuw-Guinea te
was zwierf ik dan lekker over het eiland. We speelden
gaan. De geallieerden hadden daar namelijk allerlei
op een achtergelaten verroeste boot, in een leegstaand
oorlogsmaterieel laten liggen en dat moest worden
ziekenhuis, we klommen in achtergelaten jeeps. Ook
opgeruimd om de eilanden weer bewoonbaar te maken
zwierven we langs het strand waar je in zee soms een vin
Ontspanning en
voor de Papoea’s. Mijn vader mocht zijn gezin meenemen
van een haai zag! Dan renden we heel hard weg, wat ach-
vertier aan de oevers
en zodoende heb ik ongeveer tien maanden op het eiland
teraf gezien natuurlijk onzin was. Aangezien op Woendie
van het Sentanimeer
Woendie gewoond. Woendie was een heel klein eiland;
helemaal geen voorzieningen waren, voer er regelmatig
in ruim een half uur kon je de omtrek lopen. Voor mij was
een bootje van Woendie naar Biak. Daar werden dan de
het een paradijs! We woonden in een van de quonset-
boodschappen gedaan, geloof ik. Ook voor andere zaken
hutten die ook door de geallieerden waren achtergelaten.
kon je meevaren. Zo herinner ik me dat ik eens met dat
Mijn moeder, die ook onderwijzeres was, ging meteen
bootje naar Biak moest om naar de tandarts te gaan.
19Guerilla
Fotograaf Taco van der Eb trok in oktober van 2016 door de dichte jungle
van Papoea Nieuw-Guinea. Hij ging op zoek naar de verhalen van vluchtelingen die
zich al tientallen jaren ophouden in de jungle. Daar fotografeerde hij een groep
van dertig mannen en vrouwen die oefenen op guerilla-technieken.
Niet de grootste schrik van het Indonesische leger, maar toch werd er
regelmatig gevochten. Taco had nog wel verder het oerwoud in willen gaan, op zoek
naar opstandelingen met nog zwaardere wapens, maar de tijd was er niet.
Meer zien en lezen? www.tacovandereb.com
30
31- R EP O R TAG E -
Expeditie
NAAR HET
STERRENGEBERGTE
M
ijn vader had altijd een hoed op’, vertelt
Titia van der Eb-Brongersma (86) met een
glimlach op haar gezicht. ‘In de eerste
plaats omdat hij een heer was. In de
tweede plaats omdat je daar heel goed uilenballen onder kon bewaren.’ Een bioloog
in hart en nieren, dat was haar vader Leo Brongersma (1907-1994). Hij studeerde biologie aan de
Universiteit van Amsterdam en werkte als assistent
bij het Zoölogisch Museum van Artis in Amsterdam.
Daarna was hij werkzaam bij het Rijksmuseum van
Natuurlijke Historie te Leiden, eerst als conservator
van de afdeling amfibieën en reptielen en later, in
1958, werd hij directeur van het museum dat we nu
kennen als Naturalis. ‘Onze vakanties waren expedities’, vertelt Titia verder. ’Mijn vader liep voorop
met een vlindernet om insecten te vangen. ’s Avonds
zaten we dan de opbrengst in papillotten te vouwen.
(een papillot is een stuk papier dat je tot een soort
envelopje vouwt, red.) Mijn moeder was ook wetenschapper en ik studeerde biologie in Leiden, dus we
vonden die reizen -ontdekkingstochten eigenlijk- allemaal interessant. Ik weet nog dat we naar Libië op
vakantie gingen, dat was in de tijd van Koning Idris I.
Daar verzamelden we van alles in de woestijn. We
trapten dan met onze bergschoenen tegen een steen
‘Onze vakanties waren
expedities’
om te kijken of er een pofadder onder zat, want daar
was mijn vader als herpetoloog (een deskundige
op het gebied van slangen en reptielen, red.) zeer in
geïnteresseerd. We sliepen tijdens die reis gewoon
in de openlucht, zonder tent.’
De belangstelling voor slangen van Leo Brongersma richtte zich vooral op die van Indonesië en
Nieuw-Guinea, waar hij meerdere keren naartoe
ging. Een aantal slangen is ook naar hem vernoemd,
zoals de Brongersma’s reedsnake, Calamaria
brongersmai. Omdat hij zoveel wist van tropische
bosgebieden, werd hij door het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap benoemd tot
wetenschappelijk leider van de multidisciplinaire
Sterrengebergte-expeditie. Technisch leider was
Kapitein-luitenant ter Zee bij de Marine Luchtvaart
Dienst (MLD) G. F. Venema. Hij was verantwoordelijk voor de logistiek, de opvoer en het vervoer van
materieel en manschappen.
Het was de laatste grote Nederlandse multidisciplinaire expeditie naar een van
de weinige nog onbekende gebieden van Nederlands-Nieuw-Guinea. In 1959 vertrok een grote groep
wetenschappers naar het Sterrengebergte dat doorloopt tot over de grens met het toen
Australische deel van het eiland, nu Papoea-Nieuw-Guinea. De expeditie naar deze witte vlek
op de kaart stond onder de wetenschappelijke leiding van Leo Brongersma, zoöloog en directeur
van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, nu bekend als Naturalis.
Moesson blikt terug op de expeditie met zijn dochter Titia van der Eb - Brongersma.
Door Vivian Boon // foto’s: Nationaal Archief
Gouverneur dr. P.J. Platteel brengt een bezoek aan het basiskamp in de Sibil vallei,
achter hem dr. L.D. Brongersma, de algemeen leider der Sterrenbergexpeditie.
50
Fotocredits: Nationaal archief.
51Met verdriet, maar dankbaar dat wij hem
zo lang bij ons mochten hebben, laten wij u weten dat vredig is overleden
mijn broer, onze lieve pappa en schoonvader, opa en opa-opa
Richard John de Vries
Echtgenoot van Ettje Smid †
Echtgenoot van Judith Diggins † * Banda Neira, 25 mei 1936
Désirée de Vries
Rex
Ernastine de Vries &
Cees Neuvel
Rosalie Max
Rachel de Vries &
Kees Miedema
Muriel
Robyn
† Den Haag,
5 september 2022
Jantine Jonkman-de Vries &
Hajo Jonkman
Cynthia & Stijn
Bastiaan
INFORMATIE GEVRAAGD:
Christiaan Willem van Vleuten geboren 9 juni 1907 in Rotterdam en
BALI - SANUR
HEERLIJK APPARTEMENT
overleden 13 januari 1942 te Balikpapan
- was werkzaam als hoofdonderwijzer
Heerlijk vakantie appartement op Bali,
en daarnaast ook soldaat bij het KNIL.
rustig gelegen midden in het gezellige
Via de website van de oorlogsgraven-
Sanur dichtbij het strand. Er zijn twee
stichting kom ik niet verder dan dat hij
grote slaapkamers met eigen badka-
vermist is en dat onbekend is waar hij
mers. Overdekt terras aansluitend aan
TE HUUR
de tuin met fijn zwembad.
Zeer comfortabel appartement op Bali.
datum valt precies in de periode dat de
www.HetTropenhuis.nl
Gelegen in rustige en beschermde om-
Japanners Balikpapan aanvielen.
tel. 06 5328 3984
geving in het centrum van Sanur.
Hij is de opa van een kennis en ik wil
Heerlijk zwembad en vlak bij het strand,
haar graag helpen erachter te komen
restaurants en winkels. www.apparte-
wat er is gebeurd. Joep Houtenbos,
mentsanur.nl tel. nr 06 11529844
joephoutenbos53@gmail.com
TE HUUR IN OOSTENRIJK
begraven is. De opgegeven overlijdens-
GEZOCHT: Foto’s of anekdotes van
Nederland, maar keerde in de jaren 1930-
kamers op 50 meter afstand van de piste in
voetballer Beb Bakhuys. Afgelopen jaren
1933 terug naar zijn geboorteland. Daar
Neukirchen am Grossvenedige. Zwemmen,
heb ik gewerkt aan een biografie over de
ging hij spelen voor THOR in Soerabaja.
fietsen en hiken in een gigantisch groot na-
bekende voetballer Beb Bakhuys.
Ik ben op zoek naar foto’s uit die periode.
tuurgebied. Het chalet kijkt uit over National
Hij werd geboren in 1909 in Nederlands-
Anekdotes zijn ook welkom. Gerrit van
Park Hohe Tauern en de Grossvenediger. In
Indië. Hij ging voor zijn opleiding naar
der Vorst, gp.vandervorst@xs4all.nl
gericht 8-persoons chalet met 4 slaap-
de zomer een fantas-tisch wandelgebied en
in de winter een fraai skigebied. Kitzbuhellift
is op 10 minuten afstand.
Informatie: Robijn 06 41488177 of zoek
Moesson is een uitgave van Robinson & Ducelle BV
Post- en bezoekadres: Noordeinde 122, 2514 GN Den Haag
Telefoon: 070-3385828
E-mail: info@moesson.com
Internet: www.moesson.com
Hoofdredactie: Vivian Boon
Redactie: Jessica Anthonio, Ashley de Groot, Aubrey van Leeuwen,
Ricci Scheldwacht (eindredactie)
Administratie: Ina van Marwijk
Advertenties: Rory Blokzijl
Bibliotheek: Angelique Meeng
Vormgeving: Don Jansen
Productie: Spectrum
Aan dit nummer werkten mee: Amke, Marjolein van Asdonck, Herbert van der Beek,
Renée Belloni, Roy Beusker, Taco van der Eb, Titia van der Eb-Brongersma,
Louis van Dijck, Bowy Goudkamp, Aart Hoekstra, Freya Icke, IISG, Patricia Jacob,
Herman Keppy, Roy Kloeth, Victorine Koning, Frans Leidelmeijer, Nationaal Museum
van Wereldculturen, Nationaal Archief, Angela N. Perryman, PixelBrouwers,
Leoni van Ravenstein, Pauline van Rhee, Ruud Rijnders, Trudie-An Selder,
Shutterstock, Hans Slijp, Familie Verhoeckx, Baas Vreede, Nel Wambrauw,
Kaya Wolffers, Hans Zevenbergen.
De redactie van Moesson doet altijd haar best om feiten en informatie te controleren.
Toch kan het zijn dat er fouten in berichten sluipen. U kunt daarover altijd contact
opnemen met de redactie.
Kopij
Wij ontvangen veel kopij, daarom kan het soms even duren voor u bericht krijgt
over uw ingestuurde artikel. Kopij wordt door de redactie ingekort en/of bewerkt.
Kopij en advertenties kunnen zonder opgaaf van redenen geweigerd worden.
Kopij wordt alleen geretourneerd mits uitdrukkelijk verzocht. Recensie-exemplaren
worden niet geretourneerd.
Abonnementen:
Nederland:
halfjaar € 32,50
jaar € 60,Europa: jaar € 82,90
Buiten Europa:
jaar € 94,90
Digitaal abonnement:
jaar € 48,-
ING t.n.v. Moesson | Robinson & Ducelle BV
IBAN: NL 77 INGB 0000006685
BIC: INGBNL2A
PayPal acc.nr.: info@moesson.com
Administratie: administratie@moesson.com
Advertenties: advertenties@moesson.com
Moesson verschijnt rond het eerste weekend van de maand. U kunt uw advertenties
tot uiterlijk 21 dagen voor de verschijning aanleveren. Voor informatie over het aan te
leveren materiaal kunt u contact opnemen met onze advertentieafdeling.
Auteursrecht op brieven, ingezonden stukken en foto’s
Lezers die brieven, ingezonden stukken of foto’s sturen ter publicatie, behouden hun
auteursrecht, maar verlenen door inzending onbeperkt toestemming het materiaal te
publiceren in alle uitgaven van Robinson & Ducelle BV, zowel in print als elektronisch
en verlenen daarnaast Robinson & Ducelle het recht het op te slaan in (elektronische)
databanken en andere bestanden.
online op Chalet Quirl (met foto’s).
www.julia-indotreats.nl
indo sweets & treats
66
Moesson, het Indisch maandblad sinds 1956,
voorheen Onze Brug en Tong Tong.
Abonnementen gelden bij vooruitbetaling en worden automatisch verlengd.
Opzeggingen dienen tenminste vier weken voor afloop van de abonnementsperiode schriftelijk te worden doorgegeven.
Te huur van een Indo-familie, zowel in de
zomer als in de winter, een nieuw, luxe in-
COLOFON
Uniek Indisch erfgoed.
Het Indisch maandblad Moesson is in 1956 opgericht en heette toen Onze Brug.
In 1958 doopte Indo-activist en schrijver Tjalie Robinson het blad om tot Tong Tong
en twintig jaar later hernoemde zijn weduwe Lilian Ducelle het blad Moesson.
Via www.moesson.com zijn de eerste vijftig jaargangen van dit unieke Indische
erfgoed digitaal te doorzoeken.
67e jaargang nummer 4
ISSN 0165 6546
© Copyright Robinson & Ducelle BV. Alle rechten voorbehouden.
67PASAR MALAM
IJSSELHALLEN
BRABANTHALLEN
13 + 14 + 15 MAART
ZWOLLE
DEN BOSCH
met op 13 maart
HARI MALUKU
FOREVERLYBROTHERS • REMMENLOS
HOT NEWS • RELIGHT
B.O.B. (BAND OF BEAUTY MET BOBBY MATULESSY)
EDU SCHALK • FREE LINE XL • ESTER LATAMA
DJ TRIPLETS • BOBBY MATULESSY SOLO
DEWI MASS • SALÓME & HUMPHREY PIERIS • GORDON
JOHN RUSSELL JR. • DEWI SINGS TINA TURNER
DANSGROEP ANIADI ART • INADANCE
PRESENTATIE: SYLVIA ELDERS
28 + 29 + 30 OKTOBER
Indonesische restaurants
grote Oosterse specialiteitenmarkt
live entertainment
info + tickets vanaf €5 op www.istimewa-events.nl